Insecten‎ > ‎Kevers‎ > ‎

vierbandsmalbok, pagina

Vierbandsmalbok (Leptura quadrifasciata)
 

Boktorren hebben, net als vlinders en andere kevers, een levensloop met een volledige gedaanteverwisseling. Dat wil zeggen dat de larven in niets lijken op de volwassen dieren of imago’s. Het zijn lichtgekleurde wormachtige dieren zonder duidelijke poten en met grote kaken. Tussen het larvestadium en volwassen stadium bevindt zich een popstadium. In dit popstadium ontwikkelt de larve zich tot volwassen kever.

Boktorren zijn echte vegetariërs. De larven van de meeste soorten eten hout. Doordat hout bijna uitsluitend uit vezels bestaat en dus erg weinig voedingsstoffen bevat, moeten de larven veel eten. Bij de meeste soorten boktorren duurt het larvale stadium daarom meerdere jaren, tot wel vijf jaar.

De larven van de vierbandsmalbok ontwikkelen zich vooral in zachthoutsoorten als populier en wilg. Ze komen verder voor in els, berk, beuk, eik, hazelaar en soms in naaldhout. De ontwikkeling vindt plaats in het vermolmde hout van stronken of op de grond liggende stammen en takken in een vochtige omgeving. De ontwikkeling duurt bij deze soort minstens drie jaar.

De vierbandsmalbok is 11 tot 20 mm groot. Deze soort is makkelijk te herkennen aan het langwerpige naar achteren versmalde achterlijf met acht grote gele vlekken op de bruin tot zwarte dekschilden,  De poten zijn zwart evenals de antennen. Bij het vrouwtje hebben de antennen een gelig uiteinde. Gelijkende soorten hebben grotendeels gele poten of een ander vlekkenpatroon op de dekschilden.

Op de foto is dus een vrouwtje te zien.

 

Vierbandsmalbokken zijn in Nederland wijd verspreid en algemeen. Waarnemingen komen uit de maanden juni tot begin september met een maximum in juli. Ze eten vooral nectar en stuifmeel. Vandaar dat het niet vreemd is dat deze soort hier gefotografeerd is op het bloemscherm van fluitenuid.

  

 
2013 07 20 Zwarte weg thv ooijsebandijk bij Groenlanden
  

 

Terug naar kevers.