Zoogdieren‎ > ‎

Konik paard, pagina

 Konik paarden

Konik paarden bij de Ooysedijk bij Nijmegen. Gebied de Stadswaard. 20 augustus 2013. U kunt eventueel de gewenste beeldkwaliteit 
op youtube door rechtsonder te klikken met het wieltje rechtsonder instellen.

 
 
2013 10 19 Stadswaard/Vlietberg
 
 



 
 
 
 2012 10 06 Vlietberg
 
 
 
2011 09 02 Stadswaard.

De Konik paarden die we in de natuurgebieden aantreffen zijn ‘wilde’ paarden. Niet dat ze gevaarlijk en onhandelbaar zijn, maar bedoeld wordt dat zij deel uitmaken van het natuurgebied evenals de reeën, de bevers en alle ander zoogdieren. Ze leven dus permanent in de natuurgebieden. Dag in dag uit, zomer en winter en in weer en wind. Hun écht wilde voorganger (de Tarpan, die in 1627 in Europa uitstierf ) had een belangrijke rol in onze ecosystemen en er is veel voor te zeggen om de rol van deze grote grazers weer in ere te herstellen. (Meer daarover bij FREE Nature ‘Foundation for Restoring European Ecosystems’)
De meeste paarden die we kennen kunnen niet in natuurgebieden leven. Deze dieren zijn gefokt om bereden te worden, om mensen te gehoorzamen, om voor mensen te werken en om door mensen verzorgd te worden. Wilde paarden moeten onafhankelijk, sterk en winterhard zijn en beschikken over het vermogen om in een natuurlijke kudde te leven. Naar een dergelijke authentieke, sterk en karaktervol ras, geschikt om de rol van ‘wild Nederlands paard’ op zich te nemen moest in het buitenland worden gezocht. Uiteindelijk is gekozen voor de Konik, een van oorsprong Pools paardenras (konik is Pools voor ‘klein paard’) dat zich uitstekend redt in natuurlijke omstandigheden. Een paardenras ook, dat nog vele gedragspatronen in zich heeft. Dat natuurlijke gedrag valt door iedereen waar te nemen, het is zeker de moeite waard om hier eens wat langer naar te kijken.
 
2011 06 15 Stadswaard t.h.v. Waalbrug.
 
2011 06 15 Stadswaard t.h.v. Waalbrug.

Een kudde bestaat uit een hengst en een grote groep merries en jonge dieren. Deze leidhengst beschermt de merries uit zijn harem met verve tegen andere hengsten. Hij is verantwoordelijk voor de veiligheid van de kudde en zorgt voor een zorgeloos bestaan voor merries en veulen. Ook zorgt hij er voor dat jonge hengsten op een gegeven moment uit de haremgroep worden gezet. Dit alles met maar één doel; zorgen dat hij de enige is die de merries dekt. De (uitgestoten) hengsten laten dit niet zomaar gebeuren. Zij staan buiten de grote kudde en vormen samen weer een groep. Zij zullen sneaky of door stevige gevechten proberen tóch merries te dekken. Uiteindelijk zijn het niet alleen de hengsten die de leiding geven, in haremgroepen bevindt zich ook een leidende merrie. Zij heeft de beste terreinkennis en bepaalt waar de kudde zich heen verplaatst, en waar gedronken, gegeten en gerust wordt.


Beschermd door een cirkel met merries ligt rechts in het midden een veulen. De hengst laat zich prominent horen aan de rand van de kudde.
2011 06 01 Stadswaard.

De leidhengst bevind zich meestal aan de rand van de kudde, omdat hij moet kunnen ingrijpen bij gevaar.
Op de rug hebben ze een donkere aalstreep, een wild kenmerk. De dieren zijn echter over het algemeen rustig en goedaardig.
2011 06 15 Stadswaard t.h.v. Waalbrug.
 
2011 06 15 Stadswaard t.h.v. Waalbrug.

Koniks hebben vaste plekken om hun uitwerpselen te deponeren. Die kunnen soms uitgroeien tot enorme hopen. Het is een uiting van territoriaal gedrag. In het voorjaar kun je jonge hengsten met elkaar zien spelen. Ze dagen elkaar uit in een spel dat min of meer volgens een vast patroon verloopt. Een spectaculair gezicht.


Begrazing:
De natuurgebieden staan ter beschikking van zowel de Koniks als de Galloways. Beide diersoorten zijn vooral graseters, maar ook boombast, zeer jonge boompjes en struiken staan op het menu. Zo kunnen ze zich het gehele jaar door voeden met wat er in het gebied voorhanden is. Eigenlijk zou je concurrentie verwachten tussen beide groepen dieren, maar dat is maar gedeeltelijk zo, omdat de graasmethodes van elkaar verschillen. De galloways eten vooral de bovenste stengeldelen, want ze trekken het gras met hun tong en onderste snijtanden los. (foto) Paarden snijden het gras kort af met hun bovenste en onderste snijtanden. Zodoende hebben de grazers door hun eetgedrag invloed op de vegetatie en groeit het landschap niet dicht. Door de vaste routes die ze volgen ontstaat er een stelsel van smalle kronkelpaadjes, die voor diversiteit in de vegetatie zorgen.
2011 06 15 Stadswaard t.h.v. Waalbrug.
2011 09 02 Stadswaard.

De kuddes leven het hele jaar door in de betreffende gebieden. Om zonder bijvoeren in deze gebieden te kunnen overleven moet niet alleen ’s zomers, maar ook ’s winters voldoende voedsel beschikbaar zijn. Men gaat er dan ook van uit dat wilde paarden en runderen van nature met kleine groepen in relatief grote gebieden leefden. Daarom staan er in de natuurgebieden in de Gelderse Poort verhoudingsgewijs weinig runderen en paarden in een groot gebied, beduidend minder in ieder geval dan dat er koeien in een wei staan. Hiermee wordt de natuurlijke situatie zoveel mogelijk benaderd. Resultaat hiervan is dat er ’s zomers tal van planten groeien zonder opgegeten te worden. ’s Winters komen deze planten alsnog aan bod, maar dan hebben deze al kunnen groeien, bloeien en zaad kunnen verspreiden én hebben deze vele planten en bloemen plaats kunnen bieden aan talloze insecten, vogels en zoogdieren. De weelderige plantengroei die ’s zomers in natuurontwikkelingsgebieden te zien valt is niet alleen een grote voorraadkast voor slechtere tijden. De bloeiende rijkdom aan planten (veelal meer dan 300 verschillende soorten) biedt plaats aan oneindig veel insecten, zoogdieren en vogels. Een aantal daarvan zullen jullie zien op deze website. Omdat de runderen en paarden uiteindelijk lang niet overal evenveel grazen kunnen her en der ook struiken en bomen ontstaan. Uiteindelijk vormt zich een landschap waar bos, struikgewas en open grasland afwisselend voorkomen. Omdat zowel het wilde paard als het wilde rund uit onze natuur verdwenen waren, is ook dit halfopen landschap zeldzaam. In plaats daarvan vonden we tot voor kort langs de rivier ofwel kale soorten weilanden of ondoordringbare bossen. Met de herintroductie van grote grazers als runderen en paarden kan op sommige plaatsen weer natuur ontstaan zoals het er ooit moet hebben uitgezien.
 
Bron: Natuurgids Gelderse Poort, Alphons van Winden, Keesjan van den Herik, Jeroen Helmer. En: IVN gids
 
Langs de Zwarte Weg bij de Vlietberg 2011 11 30 met grauwe ganzen en blauwe reiger.

De lange haren van manen en staart zitten hier vol met klissen van de planten.
Stadswaard 2011 09 02. Konik veulen.
 
 2011 08 04 Koniks bij de schoorsteen van de oude steenfabriek de Vlietberg.
 
2012 09 22 Koniks bij de Oude Waal.
 
 
Â